Wanneer Dodo, de laatste van zijn soort, na een bezoekje aan Vos ineens nergens meer te bekennen is, hebben Das en Wasbeer zo hun bedenkingen. Wanneer Vos hen dan ook nog eens een reusachtige gebraden kip voorschotelt zijn ze er helemaal zeker van, Vos is een boef!
Vossen zijn natuurlijk nare beesten, sluw, gemeen en niet te vertrouwen, maar is dat wel zo? Is dat juist niet een vooroordeel waar helemaal niks van waar is?
Daan Remmerts de Vries, die grossiert in Zilveren en Gouden Griffels, heeft dit boek geschreven, maar ook getekend, iets wat hij bij lang niet al zijn boeken doet. Hier werkt het uitstekend en je vraagt je dan ook af wanneer de Vries nou ook eens voor zijn illustraties in de prijzen gaat vallen.
Twee avontuurlijke, maar toch heel verschillende robots, gaan op zoek naar hun oorsprong en maken een gevaarlijke tocht dwars door de onbekende wildernis. De reis is lang en moeizaam en voert hen langs allerlei onontdekte landschappen, maar uiteindelijk worden ze beloond met een vondst die hun voorstellingsvermogen ver te boven gaat.
Er is weinig bekend over hoe de robotsamenleving is ontstaan en daarom word er een expeditie op touw gezet om daar meer duidelijkheid over te verkrijgen. Het is echter zeer de vraag of dat gaat lukken, of dat deze expeditie juist alleen maar meer vragen op zal werpen.
Dit is het eerste boek dat op deze site gerecenseerd wordt waarbij het niet helemaal duidelijk is of het een prentenboek of een leesboek is. De afbeeldingen zijn bijna paginagroot en domineren de bladzijden, maar er staat voor een prentenboek wel erg veel tekst in en met 100 pagina’s is het ook meteen het meest omvangrijke prentenboek dat we op de site hebben staan.
Moeder Konijn probeert het kleine konijn er van te overtuigen dat de Wolf niet bij hen thuis binnen kan komen. Wolven wonen in het bos, niet in de stad, ze weten toch niet waar we wonen en ze kunnen al helemaal de lift niet bedienen!
Het kleine konijn is er niet gerust op, maar waarom blijft ze er maar over door gaan? Waarschijnlijk had moeder Konijn niet helemaal verwacht wat de bedoeling was van haar kleintje…
Dit verhaal lijkt op het eerste gezicht vrij standaard te verlopen, maar krijgt aan het einde toch een onverwachte wending. Want als kinderboeken je iets kunnen leren, dan is het dat je nooit een boek moet beoordelen op zijn kaft.
Mila en Pablo zijn benieuwd wie of wat toch zo hard brult in de jungle. Verschillende paden leiden naar verschillende plekken en er moeten continu keuzes worden gemaakt, gaan de de kleine avonturiers lopen of met de kano, warmen ze zich aan het vuur of aan de zon?
Elke pagina brengt weer een nieuwe keuze voor de lezer, die het verhaal tot een goed einde moet brengen en dat is nog niet zo makkelijk!
Twee jonge avonturiers die op zoek gaan naar de oorsprong van een vreemde brul die al dagen door de jungle galmt, dat is natuurlijk een recept voor een heel spannend prentenboek. Door de keuzes die de lezer moet maken wordt dat nog eens spannender gemaakt, want maak je de verkeerde keuze, dan begin je onherroepelijk weer van voren af aan!
Vandaag, dinsdag 20 maart 2019, is het precies 50 jaar geleden dat Eric Carle het klassieke prentenboek ‘Rupsje Nooitgenoeg’ bedacht. En dat mag natuurlijk best wat aandacht krijgen op deze internationaal gevierde ‘The Very Hungry Caterpillar Day’.
Het iconische verhaal van de hongerige rups die zich door een berg eten heen werkt en zich uiteindelijk als vlinder ontpopt heeft al generaties betoverd en zal dat nog wel even blijven doen.
Het bekende boek is ondertussen een blauwdruk geworden voor het maken van een goed prentenboek. Het is niet alleen leuk, maar ook leerzaam, want het behandeld de dagen van de week, telt tot 5, benoemd een heel scala aan voedsel en gaat over de levenscyclus van de rups die zich tot een vlinder omtovert.
Giselle, een eenvoudig boerenmeisje, raakt verliefd op Loys die zich voordoet als gewone boerenjongen, maar eigenlijk Albrecht heet, een prins blijkt te zijn en zelfs al verloofd is. Als de jager Hilarion hier achter komt en Albrecht confronteert met zijn bedrog loopt het slecht af met Giselle.
Maar dan krijgt Giselle opnieuw een kans om haar lief Albrecht te ontmoeten als één van koningin Myrtha’s Wili’s. Als blijkt dat die geen goede bedoelingen heeft, kan Giselle dan haar geliefde redden?
Giselle is van origine een ballet, het enige ballet dat tot de Romantiek gerekend kan worden en geheel bewaard is gebleven. Het heeft vanaf zijn première in 1841 grote zeges gevierd in de Europese opera’s en theaters en werd al snel opgevoerd over de hele wereld.
Op een zelfgebouwd vlot reist een meisje op weg naar de horizon, maar de horizon is verder weg dan gedacht. Na een tijdje komt ze een bord tegen, midden op zee, dat de weg wijst naar het gelukkige eiland. Dat klinkt als een bestemming die de moeite waard is!
Maar welke van de vele eilanden is nou eigenlijk het gelukkige? Is dat niet iets heel persoonlijks? Uiteindelijk vind ze dan toch het gelukkige eiland, en het is niet wat jij of zij verwacht had.
Ondanks dat het boek maar weinig tekst bevat is het toch bekroond met een Zilveren Griffel. Honderd procent verdiend natuurlijk, want de teksten zijn fijn leesbaar en het mooie verhaal grijpt je, zonder emotioneel te worden. Maar was een Zilveren (of Gouden) Penseel niet beter op zijn plaats geweest voor de prachtige afbeeldingen in dit boek?
Sylvia Weve komt eigenlijk nooit in Ootmarsum, maar die ene keer dat ze er was, in de Koggelsteeg, deed ze de vondst van haar leven. Een gedeelte van een geschrift in slechte staat, maar leesbaar, waar na een speurtocht naar de rest en de inmiddels overleden auteur én een grote reparatieklus, uiteindelijk dit boek uit is voorgekomen.
Een bonte verzameling van tot nu toe onbekende dieren, tenminste, ik ben ze nog nooit tegengekomen.. Van de Gekooide Tureluur (lat. Avis Insanus Captus) tot de Wamsteker (lat. Feles Vadere Alibi) en de Slotslak (lat. Cochlea Arx) zijn dit allemaal uiterst bijzondere en vooral onconventionele diersoorten.
Gouden Penseel winnares Sylvia Weve is een ondertussen behoorlijk bekende en gelauwerde illustratrice die, naast veel werk voor tijdschriften en kranten, door verschillende kinderboekenauteurs wordt gevraagd om de illustraties te leveren bij hun schrijfwerk. Dit keer doet Weve alles zelf en schrijft ze dus ook de behoorlijk absurde teksten van dit boek vol onbestaanbare dieren.