Pomelo komt er ineens achter dat hij is gegroeid. Hij is dolgelukkig, maar het roept ook veel vragen op; Groeit alles wel even snel? En als je groeit, word je dan ook wijzer, net als de schildpad?
De hoofdpersoon Pomelo is een klein roze olifantje die leeft in een wereld waar hij net zo klein is als een paardebloem, een miertje en de kleine aardappeltjes, zijn vriendjes. Dat hij ineens groter is geworden doet hem nadenken over het fenomeen groeien en de gevolgen daarvan. Gelukkig is hij nuchter genoeg om zich niet van de wijs te laten brengen en besluit hij dat hij wel zal zien wat de toekomst hem zal brengen.
De vragen die Pomelo zichzelf stelt zullen veel ouders bekend voorkomen, en niet allemaal zijn ze zo makkelijk te beantwoorden. Al gaat Pomelo misschien wel erg ver, het kan nooit kwaad het hier eens over te hebben met je kinderen met dit boek als aanleiding.
De duistere drie rovers laten een spoor van angst en vernieling achter en vergaren daarmee een enorme schat. Maar ze hebben eigenlijk nog niet bedacht wat ze met al die goudstukken en juwelen willen gaan doen. Dan komt er een klein meisje (Tiffany) op hun pad die de rovers doet besluiten de kostbaarheden ergens voor te gaan gebruiken.
Als professionele rover ben je natuurlijk alleen maar bezig met het bij elkaar verzamelen van een zo groot mogelijke schat. Maar als je niet weet wat je ermee wilt doen, is het veroorzaken van al die ellende nogal doelloos. Gelukkig inspireert Tiffany de rovers en ontdekken ze een manier om al hun kostbaarheden uit te geven en tegelijkertijd hun karma weer in het positieve te krijgen.
De drie rovers is al in 1961 verschenen in onder andere Duitsland en de Verenigde Staten en het is dan ook niet gek als je al bekend bent met het boek of dat de afbeeldingen je bekend voorkomen. Een aantal jaren later is het boek ook in Nederland verschenen en is sindsdien verscheidene malen (bij verschillende uitgeverijen) in herdruk gegaan.
Laszlo is bang voor het donker dat in de kelder woont en hoopt dat het nooit zijn kamer binnenkomt. Maar als het wel gebeurt, blijkt het donker een stuk aardiger dan verwacht en helpt het Laszlo een oplossing te vinden voor zijn angst.
Voor een jongen die ogenschijnlijk alleen in een groot oud huis woont, is het niet gek dat hij bang is voor het donker. Als het dan ook nog eens in de kelder altijd donker is en het donker zich ‘s-nachts uitvouwt om naar buiten te komen om alle kamers en buiten te vullen, begrijp je dat Laszlo het licht in zijn kamer liever aan-houdt. Maar lampjes gaan kapot en de moedige Laszlo komt er gewapend met zijn zaklamp achter dat niet alles is zoals het lijkt en ook het donker best behulpzaam kan zijn.
Het donker is een fantastisch mooi boek, waarin het spel tussen donker en licht de sfeer bepaalt. Er worden weinig (en dan vooral zachte) kleuren gebruikt om de donker-licht-tegenstelling te benadrukken, wat tot hele krachtige afbeeldingen leidt. Het verhaal speelt zich af in een groot en oud huis in een beperkt aantal kamers, die er overdag en in de nacht heel verschillend uitzien door de kunstig gebruikte contrasten.
Boy woont aan de kust samen met zijn vader en zes katten. Helaas moet Boy’s vader elke dag het water op om de kost bij elkaar te vissen. Maar dan zorgt een storm voor een nieuw gezicht die vader en zoon uiteindelijk dichter bij elkaar zal brengen.
Het huisje van Boy en zijn vader staat eenzaam aan de kust en zes katten zijn natuurlijk niet genoeg om een opgroeiende jongen gezelschap te houden. De walvis uit de titel wordt dan ook door Boy meteen als een nieuwe vriend binnengehaald, al weet Boy dat de walvis eigenlijk niet op het land thuishoort.
Dit boek bevat relatief weinig tekst en geeft de tekeningen ruim baan om het verhaal te vertellen. De tekeningen hebben mooie ingetogen sferische kleuren en geven het gevoel van strand, zand, water en wind bijzonder effectief weer.
Meneer Tijger is het beu om altijd maar netjes en voorkomend te zijn, dus besluit hij dat hij weer wild wordt. Maar dan komt hij erachter dat in zijn eentje wild zijn ook niet leuk is. Gelukkig vinden hij en zijn vrienden een compromis waar iedereen gelukkig van wordt.
De burgers van het nette en beleefde dierenstadje zijn een tikkeltje te bedaard wat meneer Tijger betreft. Hij gooit alle remmen los en geeft zo wat meer kleur (letterlijk en figuurlijk) aan het bestaan van de stadsbewoners.
Dit boek van grafisch ontwerper Peter Brown is een oproep aan alle lezers om zo nu en dan eens uit de band te springen en ‘wild zijn’ niet als iets negatiefs te beschouwen, maar als iets waar veel plezier uit gehaald kan worden.
Meester de Meijere heeft maar één schoen, tja, dan kan je niet zoveel doen. Al lijkt hij zich nog aardig te redden, die ene schoen blijft toch een probleem.
De buitengewone meester de Meijere bulkt van de leuke hobby’s en vaardigheden maar wordt wel een beetje tegengehouden doordat hij maar één schoen heeft. Want je hebt wel twee schoenen nodig als je in de plassen wilt stampen met je vrienden.
Dit boek, zowel geïllustreerd als geschreven door Quentin Blake (beroemd geworden als de vaste illustrator van Roald Dahl) is heerlijk gek en vrolijk. De speels getekende maffe hobby’s van de meester en het vrolijke gedicht zullen zeker een glimlach op je gezicht toveren.
Fabian’s moeder zoekt de feestkleren van Fabian voor het grootse feest dat aan de gang is in de stad. Ondertussen fantaseert Fabian wat ze allemaal zouden kunnen gaan tegenkomen. Maar zijn moeder verwacht niet dat Fabian het met zijn bizarre verzinsels wel eens bij het rechte eind zou kunnen hebben!
Het leukste feest ooit ontsproten aan de fantasie van Fabian, met olifanten, zijwieltjes en taarten zo groot als een plein. En morgen….
Sinds enige tijd is tijdens elke Kinderboekenweek naast een leesboek als Kinderboekenweekgeschenk ook een speciaal voor deze week vervaardigd prentenboek voor een zacht prijsje te koop. In 2014 was dat dit boek en gelukkig is het in februari 2016 opnieuw uitgegeven, zodat het voor iedereen die het toen heeft gemist alsnog is aan te schaffen.
Bart is gek op de bouw en hij staat dan ook elke dag bij het hek naar de bouwlui en de grote machines te kijken, maar hij mag er niet in! Dat doet hij dan natuurlijk ook niet, totdat er iets gebeurt dat hem doet besluiten voor één keer de regels te breken. En hoe!
Bart, de hoofdrolspeler, is een inventieve kleine jongen die rustig zijn eigen pad bewandelt en zich niet van de wijs laat brengen door wat de ‘grote jongens’ zeggen. Op het eerste gezicht lijkt echter juist eerder het omgekeerde waar, maar de oplettende lezer merkt dat er op de achtergrond meer speelt dan alleen de sores van Bart en de grote jongens die hem in de problemen proberen te krijgen. Aan het einde van het verhaal staan de grote jongens dan ook behoorlijk in hun hemd en is Bart de held van de dag.
‘Kom uit die kraan!’ is duidelijk bedoeld voor jongens, met veel nadruk op de grote machines en uiteraard de bouw. De door Alice Hoogstad (Gouden Penseel-winnares voor ‘Monsterboek’) in mooie heldere kleuren getekende machines zijn dan ook zeer indrukwekkend en krijgen alle ruimte op de grote bladzijden.