Klein Konijn is helemaal geen klein konijn, het is al best een heel groot konijn, en kan mama dan ook echt wel helpen met het op de post doen van een SUPER belangrijke brief,.. toch?
Ondanks de goede voorbereiding van Klein Konijn, en zijn toegewijde inzet, gaat er helaas hier en daar nog wel het één en ander mis.
Dit is alweer het tweede prentenboek waarin John Bond in felle, heldere kleuren een avontuur verteld van Klein Konijn, een ijverig en ambiteus konijntje dat nogal eens wat teveel hooi op zijn vork neemt.
Voor iedereen die een ongebruikelijke haarsoort heeft maar daar niet blij mee is, of een lichaamsbouw die je liever niet zou hebben, heeft Tiptoe Print nu een boodschap in prentenboekvorm.
Een fantastisch mooi geïllustreerd gedicht drukt iedereen op z’n hart om het advies van oom Colombo te volgen, “Uiterlijk boeit mij allemaal niet echt”.
De licht bizarre tekeningen van Nadia Budde, die haar eigen gedicht illustreren, zetten je vanaf de eerste pagina op het verkeerde been, want de uiteindelijke boodschap is oprecht waardevol.
Een mooi bommetje maken is niet voor iedereen weggelegd, maar wat als iedereen in je omgeving dat wel heel belangrijk vind? En nog veel belangrijker, wat als je zelf heel graag een indrukwekkend bommetje wil maken?
Dan laat je je trainen door Nan, maar uiteindelijk moet het toch uit jezelf komen, en wanneer dat lukt kun je vast een mega- reuze- gigabom maken!
Een prentenboek over het maken van een bommetje is al een vrij origineel gegeven, de sfeer en illustraties in dit boek maken het helemaal een bijzondere uitgave.
Wanneer de naamloze hoofdrolspeler op zoek gaat naar zijn vrienden, krijgen wij een rondleiding door de wijk waar hij woont. Een wijk waarin de meest hoogstaande architectonische juweeltjes zijn verzameld.
Een bijna filosofische zoektocht leidt de protagonist van zijn eigen voordeur langs de huizen van zijn vrienden en weer terug naar diezelfde voordeur, waar onverwacht iedereen te vinden is!
De vrolijke felgekleurde huizen in een enorme verscheidenheid aan maten en vormen, in combinatie met de mensen die rustig hun eigen weg gaan, terwijl de hoofdrolspeler alle hoeken en gaten van zijn geliefde wijk doorzoekt, maakt dit een heerlijk vrolijk kijkboek waar veel in te ontdekken valt.
Het doolhof, oftewel het labyrint, is volgens de overlevering een uitvinding van de oude Grieken. In Kreta werd een bijzonder moeilijke zelf als gevangenis gebruikt voor een mensenetend monster, de verschrikkelijke Minotaurus.
Zo uitdagend als de tocht van Theseus zullen de doolhoven in dit boek niet zijn, maar in de tijd die het je kost om ze allemaal op te lossen heeft hij wel de uitgang gevonden en de prinses geschaakt.
Doolhof op doolhof op doolhof, van grote spacey ontsnappingstoeren tot abstracte doolhoven die zo uit het brein van Escher ontsproten hadden kunnen zijn. Je vind ze allemaal in dit dikke mega doolhoven boek.
Een grote zwarte rots die elke keer ergens anders lijkt op te duiken, zorgt ervoor dat het te gevaarlijk is voor Erin om met haar moeder mee te gaan wanneer zij gaat vissen.
Als het haar dan toch een keer lukt zich op de boot te verstoppen, is dat ook meteen het begin van een avontuur waarin het geheim van de mysterieuze zwarte rots eindelijk ontrafelt wordt.
De kleine Erin gaat niet uit van de eerste indruk, een waardevolle eigenschap, laat Joe Todd-Stanton zien, in deze fantastisch uitgevoerde uitgave, met mooi dik, luxueus papier een een prachtige stevige kaft vol minuscuul gedetailleerd reliëf.
Zes bijzonder ondeugende katten ruiken het heerlijke verse brood dat klaar ligt voor verkoop in de winkel van de broodfabriek, wat ziet dat er lekker uit! En heel makkelijk om te maken, toch?
Maar als ze s’nachts de fabriek insluipen om zelf aan de slag te gaan met meel, melk, eieren en bakpoeder valt het resultaat toch niet helemaal in de smaak.
In dit eerste boek van Noraneko Gundan in het Nederlands bezoeken de donderstenen een broodfabriek, in Japan hebben ze ook al een sushi restaurant, een dumpling winkel en een ijswinkel met vergelijkbare resultaten bezocht.
Vos wil graag dokter worden, hij heeft een spreekkamer in zijn huis ingericht en zelfs een stethoscoop gekocht. Maar alle dieren zijn zo verdraaide gezond!
En dus bedenkt Vos een list, of eigenlijk gewoon een gemene streek, en dat gaat natuurlijk niet goed, want wie een kuil graaft voor een ander…
In dit tweede boek over Vos van Daan Remmerts de Vries, opereert Vos weer op de rand van het toelaatbare, maar als puntje bij paaltje komt, blijkt hij toch echt de beste bedoelingen en een hart van goud te hebben.