Op een slechte dag wordt Kees de garnaal wakker om te ontdekken dat de zee verdwenen is! Zijn encyclopedische buurman de inktvis kan hem helaas niet helpen en dus gaat Kees zelf op onderzoek uit om de zee weer terug te halen.
Deze en nog vier bizarre sprookjes, over o.a. een konijn dat een olifant wil worden en beren die hun winterslaap proberen te verlengen, kun je vinden in het boek ‘De dag dat de zee weg was’, geschreven door filosoof en schrijver Awee Prins en geïllustreerd door Thé Tjong-Khing.
De auteur Awee Prins is een redelijk bekend filosoof in Nederland, in mijn ogen legendarisch omdat hij ooit is gepromoveerd als filosoof met een vuistdik proefschrift over verveling! De vijf moderne sprookjes of fabels in dit boek zijn door hem aan zijn zoons verteld als vervanging van de bestaande kinderliteratuur, die in zijn ogen te truttig en moralistisch was.
Het hebben van groene vingers voor kinderen wordt al een hele tijd gepromoot, door allerlei natuurinstanties, kinderorganisaties en zelfs de Albert Heijn met zijn moestuintjes is in deze niche gesprongen. Ook zijn er al aardig wat boeken die kinderen helpen met hun horticulturele vaardigheden, waaronder dit erg leuke boek van één van Zweden’s meest vooraanstaande hoveniers.
Van onkruid wieden tot verpotten, het belang van insecten voor je planten en zaadjes verzamelen voor het volgende seizoen, alles wat een kleine tuinier moet weten wordt uitgelegd in woord en beeld.
In Zweden (waar het boek al in 2015 verscheen) is het gekozen tot Tuinboek van het jaar 2015 en het is ondertussen naast deze Nederlandse editie ook al in het Duits verschenen. Dat is dan ook niet voor niks, want dit boek is behoorlijk volledig en blijft tegelijkertijd nog heel goed begrijpelijk.
Vanaf een bepaalde leeftijd lijken kinderen niks anders meer te doen dan moeilijke vragen te bedenken om hun ouders mee te overvallen. Vragen waarvan je je afvraagt waar die in hemelsnaam vandaan komen en hoe je die nou weer moet gaan beantwoorden.
Daarom dit keer een boek vol met antwoorden op moeilijke vragen, beantwoord door wetenschappers, maar wel in begrijpelijke taal.
Boeken zoals deze zijn er al aardig veel, want kinderen die lastige vragen stellen is natuurlijk niks nieuws. Daar zitten natuurlijk een heleboel goede boeken tussen, maar dit is echt wel een absolute topper in het genre. Niet alleen wordt er heldere begrijpelijke taal gebruikt en zijn er veel interessante vragen bij, maar ook de afbeeldingen zijn erg mooi.
Olivier B. Bommel is morgen jarig, maar Tom Poes heeft nog geen kadootje. Dus gaat hij op zoek naar een kado dat een heer van stand waardig is. Maar na iedereen gevraagd te hebben of zij misschien wat weten, komt Tom Poes met lege handen aan. Of toch niet?
Een nieuw gouden boekje over Tom Poes en Heer Olivier B. Bommel, helaas niet van de meester zelf, maar desalniettemin bijzonder kunstig gedaan.
Dit boekje is duidelijk bedoelt als kennismaking voor jonge lezers met de wereld van Olivier B. Bommel en Tom Poes. Het slaagt daar bijzonder goed in, ook omdat er een hele parade aan karakters langskomt die zo meteen worden geintroduceerd.
Honderd korte verhalen over honderd bijzondere vrouwen die iets buitengewoons hebben gedaan of op een andere manier belangrijk zijn geweest voor de samenleving.
Een boek vol inspirerende verhalen voor meisjes met pit en ambitie en natuurlijk voor jongens evengoed.
Het zal me niks verbazen wanneer dit een van de mooiste boeken blijkt te zijn die we dit jaar recenseren. Zo heeft het boek ten eerste al een bijzonder mooie harde kaft die erg fijn in de hand ligt door het gebruikte materiaal. Dit positieve gevoel wordt doorgezet als je het boek openslaat, de pagina’s zijn van mooi stevig papier en fijne heldere kleuren zetten de toon.