Mensen denken maar dat ze alles weten over kabouters, over hun gewoontes, eigenschappen en eigenaardigheden. Dat is alleen helemaal niet zo, maar gelukkig brengt dit prachtige nieuwe boek daar per direct verandering in.
In ‘Het Kabouterboek’ van Loes Riphagen worden we aan de hand genomen door een kabouterkind en maken we een prachtige reis door het leven van Kik. Kik woont met haar familie onder een trap in een herenhuis, gaat op de rug van een reiger naar school en dol is op knutselen en mooie dingen verzamelen.
Loes Riphagen wilde dit boek al heel lang maken, en nu is het er dan eindelijk, tot grote vreugde van de auteur zelf, maar zeker ook die van alle kinderen in Nederland en België. Dit is namelijk een heel mooi en buitengewoon liefdevol gemaakt boek geworden, wat heel veel mensen zal aanspreken.
Cruz Coronado is toegelaten tot de Explorer Academy, het instituut waar elk jaar een selecte groep kinderen tot buitengewone ontdekkingsreizigers wordt opgeleid. Op de Academy aangekomen komt hij er echter achter dat zijn familie een geschiedenis heeft op de school en dat er voor hem meer op het spel staat dan hij verwachtte.
Dit is het eerste deel in een nieuwe serie boeken over jonge explorers, met zeven delen in de planning, die is opgezet door de National Geographic Society en wereldwijd wordt uitgegeven.
Als er één organisatie is die weet hoe je een school voor ontdekkingsreizigers zou moeten opzetten dan is het National Geographic Society wel, opgericht in 1888 met als doel het ontdekken, bestuderen en conserveren van natuur, historie en cultuur over de hele wereld.
Een kunstboek voor kinderen, begin er maar eens aan! Maar dat is precies wat kunstenaar David Hockney en journalist Martin Gayford hebben gedaan en waarin ze wonderwel geslaagd zijn!
Maar niet alleen voor kinderen is dit boek een openbaring, want de gemiddelde volwassene kan ook nog heel wat leren van de inzichten van beide kunstprofessionals.
Het boek beslaat de gehele kunstgeschiedenis, van klassiek tot modern en daarna, maar is niet chronologisch, want juist thematisch opgezet. Zo kun je het naar bijna elk museum meenemen om je te laten inspireren om beter naar kunst te kijken. Het boek is te lezen als een gesprek tussen Hockney, de befaamde kunstenaar en Gayford die kunstcriticus en een goede vriend van Hockney is.