De zee en haar bewoners zijn een onuitputtelijke bron van inspiratie voor veel auteurs. We hebben dan ook al heel wat boekengerecenseerd, die op de één of anderemanier met ditonderwerp te maken hebben.
Ook dit boek haalt zijn inspiratie uit de zee en dan specifiek het unieke stuk oceaan waar Het Groot Barrièrerif zich bevindt, een unieke en meer dan prachtige biotoop, die helaas zwaar onder druk staat door menselijk handelen.
Niets ten nadele van de eerder gerecenseerde non-fictie boeken over de zee en haar bewoners, maar dit is wel weer een pracht van een boek geworden. Het begint al met de schitterende reliëf cover en het mooie dikke papier waarop het grote boek is gedrukt.
Het is nog niet zo lang dat we alle uithoeken van onze planeet in kaart hebben gebracht, in dit boek een eerbetoon aan allen die daaraan hebben bijgedragen door op ontdekking te gaan. De grootste ontdekkingsreizigers van de geschiedenis worden behandeld, van de wereldberoemde Marco Polo tot de vrij onbekende Jermak Timofejevitsj en de pas recent overleden Neil Armstrong.
Want nu we de aarde volledig in kaart hebben gebracht, lonkt het volgende rijk van het onbekende, de oneindige ruimte. Om moedig te gaan waar geen mens eerder is geweest!
We realiseren ons tegenwoordig natuurlijk steeds beter dat al die ontdekkingsreizen niet alleen positieve dingen hebben gebracht en dat deze helden zich zo nu en dan weinig heroïsch hebben gedragen in den vreemde. Ook daar is aandacht voor in dit boek en worden de ontdekkingen in de context geplaatst die we van een modern boek kunnen verwachten, zonder dat de misdragingen én prestaties van de avonturiers worden gebagatelliseerd.
De zee blijft een dankbare inspiratiebron, als een van de weinige plekken op de aarde die we nog niet tot op de bodem uitgeplozen hebben, blijft er een zweem van mysterie om hangen. Maar de zee is natuurlijk ook gewoon een fantastische bestemming voor vertier en een plek waar we veel voedsel en andere mooie dingen vandaan halen.
Nicola Davies beschrijft in ‘Dit is de Zee’ een enorm scala aan verschillende aspecten van de zee, zo is er een hoofdstuk over de kust, eentje over zeereizen en komen verschillende zeedieren en zelfs verschillende zeeën aan bod.
Met 108 pagina’s is dit dan ook best een stevig boek geworden, de hoeveelheid tekst valt mee, want de tekeningen voeren de boventoon. Elke pagina is eigenlijk één grote illustratie over een onderwerp waar een korte beschrijvende (of poëtische) tekst bij staat.
Er is momenteel geen tekort aan mooie non-fictie boeken voor kinderen, maar de makers van het wereldwijd uitgegeven ‘Atlas’ hebben met het dubbelboek ‘Onder water / Onder de grond’ wel een heel interessant boek afgeleverd.
In de introductie noem ik het een dubbelboek, want het zijn eigenlijk 2 boeken in één. De voorkant heet ‘Onder water’ en als je het omdraait heb je ‘Onder de grond’ voor je. Halverwege ga je dwars door de aardkern over naar het andere boek.