De ijsbeer daalt neer uit een wolk op een eiland vol papegaaiduikers en gaat op verkenning in de eilandengroep. Ondertussen ontdekt hij veel verschillende eilanden met allerlei kleurige dieren erop en hij houdt er uiteindelijk zelfs een vriend(in) aan over.
Na zijn avontuur in de boomhut verkent de ijsbeer dit keer niet één plek onder verschillende omstandigheden, maar juist een heleboel verschillende plekken. Kwamen de dieren eerst naar hem toe, nu bezoekt hij ze in hun eigen habitat.
Het boek bevat naast de titel geen enkele tekst, waar je wel van moet houden. De fantastisch mooie, dromerige afbeeldingen geven echter meer dan voldoende inspiratie om het verhaal zelf in te vullen.
Pomelo komt er ineens achter dat hij is gegroeid. Hij is dolgelukkig, maar het roept ook veel vragen op; Groeit alles wel even snel? En als je groeit, word je dan ook wijzer, net als de schildpad?
De hoofdpersoon Pomelo is een klein roze olifantje die leeft in een wereld waar hij net zo klein is als een paardebloem, een miertje en de kleine aardappeltjes, zijn vriendjes. Dat hij ineens groter is geworden doet hem nadenken over het fenomeen groeien en de gevolgen daarvan. Gelukkig is hij nuchter genoeg om zich niet van de wijs te laten brengen en besluit hij dat hij wel zal zien wat de toekomst hem zal brengen.
De vragen die Pomelo zichzelf stelt zullen veel ouders bekend voorkomen, en niet allemaal zijn ze zo makkelijk te beantwoorden. Al gaat Pomelo misschien wel erg ver, het kan nooit kwaad het hier eens over te hebben met je kinderen met dit boek als aanleiding.
Meneer Tijger is het beu om altijd maar netjes en voorkomend te zijn, dus besluit hij dat hij weer wild wordt. Maar dan komt hij erachter dat in zijn eentje wild zijn ook niet leuk is. Gelukkig vinden hij en zijn vrienden een compromis waar iedereen gelukkig van wordt.
De burgers van het nette en beleefde dierenstadje zijn een tikkeltje te bedaard wat meneer Tijger betreft. Hij gooit alle remmen los en geeft zo wat meer kleur (letterlijk en figuurlijk) aan het bestaan van de stadsbewoners.
Dit boek van grafisch ontwerper Peter Brown is een oproep aan alle lezers om zo nu en dan eens uit de band te springen en ‘wild zijn’ niet als iets negatiefs te beschouwen, maar als iets waar veel plezier uit gehaald kan worden.