‘Waar dient het voor?’, een relatief simpele vraag die veel meer om het lijf heeft dan je op het eerste gezicht zou verwachten. Het antwoord bepaalt namelijk veel meer dan je zou vermoeden.
In dit boek wordt dan ook een kleine studie gemaakt van wat dingen zichzelf maakt, wat het bestaansrecht van een ding bepaald, hoe we weten wat een ding is en hoe we er achter komen wat iets doet? Of hoeft niet alles ergens voor te dienen?
Tiptoe Print heeft weer een heel bijzonder prentenboek uitgegeven met ‘Waar dient het voor?’. Met een Special Mention van de Bologna Ragazzi Awards is dit prachtige kleurrijke boek een categorie op zichzelf.
Wat gebeurt er als de ezel een rode knop vind met een bordje erbij dat je niet op de knop mag drukken, maar hij het toch doet? Hoe houd de houtworm de specht voor de gek en wie was er al een hele tijd verliefd op de kikker?
Kom dit alles en nog veel meer bijzondere dingen te weten in een unieke verhalenbundel over een heel bijzonder bos en zijn inwoners.
Dit is al weer de tweede verhalenbundel door Korneel De Rynck en dit keer neemt Naomi Christiaans de illustraties voor haar rekening. Net als de eerste boek is het een verzameling licht-filosofische dierenfabels geworden die heerlijk voorlezen voor jonge kinderen.
Op een slechte dag wordt Kees de garnaal wakker om te ontdekken dat de zee verdwenen is! Zijn encyclopedische buurman de inktvis kan hem helaas niet helpen en dus gaat Kees zelf op onderzoek uit om de zee weer terug te halen.
Deze en nog vier bizarre sprookjes, over o.a. een konijn dat een olifant wil worden en beren die hun winterslaap proberen te verlengen, kun je vinden in het boek ‘De dag dat de zee weg was’, geschreven door filosoof en schrijver Awee Prins en geïllustreerd door Thé Tjong-Khing.
De auteur Awee Prins is een redelijk bekend filosoof in Nederland, in mijn ogen legendarisch omdat hij ooit is gepromoveerd als filosoof met een vuistdik proefschrift over verveling! De vijf moderne sprookjes of fabels in dit boek zijn door hem aan zijn zoons verteld als vervanging van de bestaande kinderliteratuur, die in zijn ogen te truttig en moralistisch was.
Een doeboek over filosofie, vol met puzzels, breinbrekers, informatie en uitdagingen om in de vakantie én daarna mee bezig te zijn. Het moet een hele uitdaging zijn geweest voor de redactie van het Filosofie Magazine, maar het is ze gelukt!
Naast natuurlijk veel onderwerpen om over na te denken, kun je ook veel activiteiten vinden die meestal wel wat vergen van je hersenen, maar tegelijkertijd toch ontspannend zijn.
Net als het eerder gerecenseerde ‘Young Scientist Vakantieboek‘ heeft het Onwijs grote Filosofie Doeboek een vaste structuur die in elk hoofdstuk wordt gevolgd. Hier zijn echter de thema’s van de hoofdstukken niet aan vakantie gerelateerd, maar betreft het allemaal verschillende onderwerpen binnen de filosofie, zoals ‘De werkelijkheid’, ‘Ethiek’, maar gelukkig ook ‘Vakantie’.