Wanneer de kleine mol uit zijn hol komt gekropen, landt er een grote vieze drol bovenop zijn kop! De kleine mol gaat meteen op zoek naar de viespeuk die dat heeft gedaan.
Tijdens de zoektocht van de kleine mol naar de onverlaat die op zijn kop heeft gepoept, leert hij vanalles over de verschillende uitwerpselen van de dieren in zijn omgeving. Gelukkig zijn er een stel connaisseurs die hem kunnen helpen te achterhalen wie zo onvoorzichtig is geweest met zijn poep.
Ondertussen al een onvervalste klassieker en niet voor niks in vele verschillende edities verschenen (klein, groot, zacht, hard, pop-up, Fries enzovoorts); dit boek is gegarandeerd een succes! De gemiddelde kleuter zal een boek over poep natuurlijk niet kunnen weerstaan, maar gelukkig is het verhaal en de taal van de mol ook nog zo leuk, dat zelfs de meest beschaamde voorlezer er veel plezier aan zal beleven.
Ondanks een overvloed aan spullen verveelt de tweeling zich stierlijk. Hun moeder, die zich hier begrijpelijk aan ergert, gebiedt hen wat te gaan doen. Dat leidt echter tot resultaten die ze niet helemaal had kunnen voorzien en al helemaal niet wenselijk acht.
De naamloze tweeling neemt de uitdaging van hun moeder met beide handen aan en nadat er een propellor in de schuur van de ouderlijke boerderij is gevonden, bedenken ze zich dat ze ‘wel wat kunnen maken’. Gelukkig is er op de boerderij vanalles voorhanden voor hun ambitieuze project en krijgen ze het voor elkaar in een middag een volledig werkend vliegtuig te maken aan de hand van modelbouwtekeningen en veel inventiviteit. Dat dit wel betekent dat zo ongeveer alles op de boerderij onklaar word gemaakt, is van later zorg.
Auteur en illustrator Peter Spier is in Nederland geboren en in 1950 naar Amerika geëmigreerd, maar veel van zijn boeken ademen nog een Nederlandse sfeer uit. Zo ook dit boek. Zijn tekeningen zijn mooi gedetailleerd en nodigen daardoor uit tot herlezing. Ook volwassenen zullen met veel plezier zijn werk bekijken, wat het voorlezen natuurlijk nog prettiger maakt.
Er groeit een ballon aan de boom van Uil! Volgens Vos kan dat niet, maar Uil kan het niet schelen, hij heeft de ballon en neemt hem overal mee naar toe. Tot de ballon lek raakt, dat mag niet!
In de herfst vallen alle blaadjes van de bomen, maar dit keer komt er ook wat voor terug! Uil is zo in zijn sas met zijn nieuwe ballon dat het moment van verlies erg hard aankomt. Maar zoals de blaadjes weer terugkeren zal er vast ook weer een ballon aan de boom groeien.
Vos en Haas-boeken zijn er in heel veel verschillende niveaus, de laagste, zoals dit boek, zijn heerlijk om voor te lezen. Als kinderen zelf gaan lezen, zijn van het bekende duo (trio?) ook vroeg-leesboekjes (AVI 1 en hoger) beschikbaar.
De ijsbeer daalt neer uit een wolk op een eiland vol papegaaiduikers en gaat op verkenning in de eilandengroep. Ondertussen ontdekt hij veel verschillende eilanden met allerlei kleurige dieren erop en hij houdt er uiteindelijk zelfs een vriend(in) aan over.
Na zijn avontuur in de boomhut verkent de ijsbeer dit keer niet één plek onder verschillende omstandigheden, maar juist een heleboel verschillende plekken. Kwamen de dieren eerst naar hem toe, nu bezoekt hij ze in hun eigen habitat.
Het boek bevat naast de titel geen enkele tekst, waar je wel van moet houden. De fantastisch mooie, dromerige afbeeldingen geven echter meer dan voldoende inspiratie om het verhaal zelf in te vullen.
Pomelo komt er ineens achter dat hij is gegroeid. Hij is dolgelukkig, maar het roept ook veel vragen op; Groeit alles wel even snel? En als je groeit, word je dan ook wijzer, net als de schildpad?
De hoofdpersoon Pomelo is een klein roze olifantje die leeft in een wereld waar hij net zo klein is als een paardebloem, een miertje en de kleine aardappeltjes, zijn vriendjes. Dat hij ineens groter is geworden doet hem nadenken over het fenomeen groeien en de gevolgen daarvan. Gelukkig is hij nuchter genoeg om zich niet van de wijs te laten brengen en besluit hij dat hij wel zal zien wat de toekomst hem zal brengen.
De vragen die Pomelo zichzelf stelt zullen veel ouders bekend voorkomen, en niet allemaal zijn ze zo makkelijk te beantwoorden. Al gaat Pomelo misschien wel erg ver, het kan nooit kwaad het hier eens over te hebben met je kinderen met dit boek als aanleiding.
De duistere drie rovers laten een spoor van angst en vernieling achter en vergaren daarmee een enorme schat. Maar ze hebben eigenlijk nog niet bedacht wat ze met al die goudstukken en juwelen willen gaan doen. Dan komt er een klein meisje (Tiffany) op hun pad die de rovers doet besluiten de kostbaarheden ergens voor te gaan gebruiken.
Als professionele rover ben je natuurlijk alleen maar bezig met het bij elkaar verzamelen van een zo groot mogelijke schat. Maar als je niet weet wat je ermee wilt doen, is het veroorzaken van al die ellende nogal doelloos. Gelukkig inspireert Tiffany de rovers en ontdekken ze een manier om al hun kostbaarheden uit te geven en tegelijkertijd hun karma weer in het positieve te krijgen.
De drie rovers is al in 1961 verschenen in onder andere Duitsland en de Verenigde Staten en het is dan ook niet gek als je al bekend bent met het boek of dat de afbeeldingen je bekend voorkomen. Een aantal jaren later is het boek ook in Nederland verschenen en is sindsdien verscheidene malen (bij verschillende uitgeverijen) in herdruk gegaan.
De Kinderboekenweek 2017 is vandaag van start gegaan en duurt tot 15 oktober, wat deze week ook meteen de langste van het jaar maakt.
Het thema van dit jaar is ‘Gruwelijk eng!’ en je krijgt ook in 2017 bij aankoop van een kinderboek (van minimaal € 10,-) het Kinderboekenweekgeschenk kado. Het geschenk is geschreven door Janneke Schotveld, heet ‘Kattensoep’ en is geïllustreerd door Annet Schaap.
Het ‘prentenboek van de Kinderboekenweek 2017′ is dit keer ‘Knikkeruil’, geschreven door Maranke Rinck en geillustreerd door Martijn van der Linden, en wordt geleverd met een zakje knikkers om in combinatie met het boekje een knikkerspelletje te spelen.
Laszlo is bang voor het donker dat in de kelder woont en hoopt dat het nooit zijn kamer binnenkomt. Maar als het wel gebeurt, blijkt het donker een stuk aardiger dan verwacht en helpt het Laszlo een oplossing te vinden voor zijn angst.
Voor een jongen die ogenschijnlijk alleen in een groot oud huis woont, is het niet gek dat hij bang is voor het donker. Als het dan ook nog eens in de kelder altijd donker is en het donker zich ‘s-nachts uitvouwt om naar buiten te komen om alle kamers en buiten te vullen, begrijp je dat Laszlo het licht in zijn kamer liever aan-houdt. Maar lampjes gaan kapot en de moedige Laszlo komt er gewapend met zijn zaklamp achter dat niet alles is zoals het lijkt en ook het donker best behulpzaam kan zijn.
Het donker is een fantastisch mooi boek, waarin het spel tussen donker en licht de sfeer bepaalt. Er worden weinig (en dan vooral zachte) kleuren gebruikt om de donker-licht-tegenstelling te benadrukken, wat tot hele krachtige afbeeldingen leidt. Het verhaal speelt zich af in een groot en oud huis in een beperkt aantal kamers, die er overdag en in de nacht heel verschillend uitzien door de kunstig gebruikte contrasten.