Heb jij je wel eens afgevraagd of er iets leeft op je neus? Nee, ik ook niet, maar het antwoord wordt in dit leuke boek besproken en is een stuk interessanter dan je misschien zou verwachten.
In ‘Is er leven op je neus?’ wordt namelijk het wel en wee van de microbe besproken, de hele hele kleine beestjes die bijna elk oppervlak op deze planeet in grote getale bevolken.
Dat microbes essentieel zijn voor ons (voort)bestaan zou je je misschien niet op dagelijkse basis realiseren, maar zonder deze microscopische beestjes was de mens nooit ontstaan. Sterker nog, wanneer ze onverhoopt allemaal massaal zouden stoppen met hun werk, zouden we binnen een mum van tijd omkomen in de dode dingen die niet meer worden opgeruimd.
Als er één tak van de wetenschap is die de afgelopen decennia enorme sprongen heeft gemaakt, dan is het de genetica wel. Het menselijk DNA is ontrafeld (onder andere), er zijn DNA editing technieken ontwikkeld die recht uit science fiction verhalen lijken te komen en we staan waarschijnlijk aan het begin van een onvoorstelbare revolutie.
De kinderen van nu doen er dan ook goed aan zich een beetje te informeren over wat ze te wachten staat, want wat zijn genen eigenlijk en wat heb je er aan?
En wat een geluk hebben die kinderen van tegenwoordig, want Stefan Boonen heeft recent dit prachtige en enorm informatieve boek geschreven, waarin hij alles wat we momenteel weten over DNA en genen op een duidelijke en overzichtelijke manier uit de doeken doet.
Als er ooit een tijd is geweest waarin mensen geïnteresseerd zijn in microbiologie, virussen, besmettelijkheid en ziektekiemen, dan is het nu wel.
Met dat in het achterhoofd hebben Geert Bouckaert en Professor Marc van Ranst tezamen een boek over microben uitgebracht, waarin uiteraard ook ruimte is gemaakt voor het monsterlijke coronavirus.
Met de vrolijke tekeningen van Sebastiaan Van Doninck is het nog een heel leuk boek geworden ook, ondanks dat het onderwerp, in deze tijd van pandemie, verre van vrolijk lijkt.
Miek de microbe gaat samen met jou op avontuur en verkent allerlei bijzondere microscopische landschappen die door hele kleine figuurtjes worden bewoond. Tijdens zijn tocht ontmoet Miek allerlei nieuwe vriendjes, zoals Cari de streptokok en Sjaak de schimmel en leren wij van alles over hun functies.
De kleinste levende wezens beleven ook avonturen blijkt uit dit bijzondere prentenboek, dat je een vrolijke introductie geeft in de wereld van het microscopische.
Een prentenboek over een microbe is natuurlijk een razend origineel idee en goed uitgevoerd kan het ook nog eens heel leuk en leerzaam worden. Dat is met dit boek wel gelukt, want geen kind kan de opdrachten van Miek weerstaan en verplaatst binnen no-time Miek en zijn vrienden naar allerlei nieuwe avontuurlijke locaties.