Kunst en kunstenaars zijn natuurlijk al jarenlang een inspiratiebron voor van alles, dus ook van veel strips, waarvan sommigen soms zelf de vorm ontstijgen en tot kunst worden verheven.
Dat gaat niet op voor dit stripboek dat heel specifiek over kunst en kunstenaars gaat, maar het is wel heel kunstig gedaan, met veel gags over wereldberoemde schilders als Monet, Manet, Renoir en Toulouse Latrec.
Educatieve strips hebben een lange en rijke traditie, iedereen die in de jaren 80 de Donald Duck met enige regelmaat las, kent vast de ‘Van nul tot nu’ strips nog. Dé manier om je kennis van de vaderlandse geschiedenis op een leuke manier op te vijzelen.
De prachtige serie kunst prentenboeken van Uitgeverij Leopold in samenwerking met het Haagse Kunstmuseum brengt al jaren de mooiste boeken voort. Dit keer wordt het verhaal verteld van het voormalig Gemeentemuseum zelf en haar architect Hendrik Berlage.
Zelfs na zijn overlijden kan Berlage geen afscheid nemen van zijn grootste prestatie en maar goed ook! Een dief plundert de collectie en alleen de architect heeft het in de gaten en zorgt op zijn karakteristieke creatieve manier voor een oplossing.
Georgien Overwater levert een prachtig prentenboek af waar de hoofdrolspeler eigenlijk het museum zelf is. Ze laat geen bladzijde onbenut om de bijzondere architectuur, maar ook de collectie van het Haagse Kunstmuseum te benadrukken.
Wanneer meneer Droste aan zijn aankomende pensioen denkt, wordt hij erg verdrietig, als nachtwaker van het leukste museum van Nederland wil hij helemaal niet weg uit zijn museum.
Dus moet meneer Droste aan de slag, want als kinderboekenauteur mag hij voor altijd in het museum blijven, wie wil dat nou niet?
Het Kinderboekenmuseum in Den Haag heeft het ongeluk gehad dat haar 25-jarig jubileum precies in het coronajaar 2020 viel, waardoor veel van de oorspronkelijk bedachte activiteiten helaas niet door hebben kunnen gaan, of in een bescheidener versie doorgang kregen.
Nederlandse schilders zijn wereldberoemd en de állerberoemdste van allemaal (en de allerduurste) is Vincent van Gogh, die helaas zelf nooit van zijn succes heeft mogen genieten.
De medewerkers van het al bijna even beroemde Van Gogh Museum in Amsterdam hebben de koppen bij elkaar gestoken en dit buitengewone boek gemaakt waarin je van alles leert over de schilder, zijn verschillende periodes, de plekken waar hij heeft gewerkt en natuurlijk zijn werk zelf.
Met zo’n ijzersterk team van deskundigen hoef je niet te vrezen voor de kwaliteit van de inhoud. Gelukkig hebben ze naast een berg informatie ook heel veel creativiteit in het boek gestopt.
Een kunstboek voor kinderen, begin er maar eens aan! Maar dat is precies wat kunstenaar David Hockney en journalist Martin Gayford hebben gedaan en waarin ze wonderwel geslaagd zijn!
Maar niet alleen voor kinderen is dit boek een openbaring, want de gemiddelde volwassene kan ook nog heel wat leren van de inzichten van beide kunstprofessionals.
Het boek beslaat de gehele kunstgeschiedenis, van klassiek tot modern en daarna, maar is niet chronologisch, want juist thematisch opgezet. Zo kun je het naar bijna elk museum meenemen om je te laten inspireren om beter naar kunst te kijken. Het boek is te lezen als een gesprek tussen Hockney, de befaamde kunstenaar en Gayford die kunstcriticus en een goede vriend van Hockney is.
Eddie en Flo gaan voor de laatste keer met hun school op een heel bijzonder klassenuitje, de laatste keer, omdat de school moet sluiten want de school is te gewoon en daarom zijn er te weinig leerlingen. Natuurlijk gaat er weer van alles mis tijdens de reis en op de koop toe lijkt de eigenaardige buschauffeur ook vanalles in zijn schild te voeren.
Eddie en Flo regelen voor de hele klas een onverwacht en zeer bijzonder schoolreisje vlak voor de schoolvakantie, waar Juf Lieke niks van weet (en aanvankelijk zelfs wat moeite mee heeft). Uiteraard gaan oom Ewald en hondje Belle ook weer mee en dat beloofd weer een groots avontuur te worden.
Het tweede deel alweer in de Eddie, Belle en Flo serie van auteur Inga Mol, waarin de hoofdrolspelers opnieuw op avontuur gaan en de meest bizarre belevenissen hebben. Speelde het eerste deel zich grotendeels af in Frankrijk, nu gaan Eddie, Belle en Flo met de hele klas met op schoolreis naar Londen waar uiteraard een heleboel toeristische trekpleisters worden aangedaan, maar er ook een avontuur wordt beleefd wat alleen in het Dinosaurusbotjes Museum in Londen beleefd kan worden.
Paul Poiret heeft een saai baantje als paraplu bezorger, maar hij droomt ervan de dames van Parijs te kleden. Wanneer hij ontslagen wordt als ontwerper voor de beroemde couturier Charles Worth gaat hij op reis naar de Oriënt. De daar opgedane inspiratie gebruikt hij om Parijs te veroveren in een wervelwind van kleuren.
Vol toewijding en wars van de gangbare normen transformeert Paul Poiret zich van eenvoudige paraplubezorger tot één van de grondleggers van de Parijse Art Deco, Poiret Le Magnifique.
Dit boek is onderdeel van de serie kunstprentenboeken van Uitgeverij Leopold in samenwerking met het Gemeentemuseum Den Haag. Tegelijkertijd met het uitkomen was er een grote tentoonstelling in het museum over de Art Deco in Parijs in de jaren twintig van de vorige eeuw. Poiret, die daar een grote rol in heeft gespeeld, was ook één van hoofdrolspelers in die tentoonstelling.
Het monster van Loch Ness, draken, eenhoorns en bigfoot, bestaan ze, of niet? Of weten we nog niet voldoende om hier een goed oordeel over te vellen? Daarover gaat dit boek dat is geschreven door gastcurator en cultureel antropoloog Jet Bakels, die ook de bijbehorende tentoonstelling in het Teylers Museum heeft ingericht.
Gelijktijdig met de Tentoonstelling in het Teylers Museum in Haarlem is dus dit nieuwe boek over de zogenaamde cryptozoölogie uitgekomen. Het boek (net als de tentoonstelling) is niet specifiek gericht op kinderen, maar net zo goed op volwassenen.