Voor veel mensen toch wel het lastigste onderwerp om het met je kinderen te bespreken: liefde, relaties en voortplanting. Want waar komen toch die schattige baby’tjes vandaan?
Met gedegen kennis, een flinke scheut humor en mooie en verhelderende illustraties is hier een boek dat elke ouder of opleider daar mee kan helpen, geen overbodige luxe!
De liefde en alles wat daar bij hoort is een gevoelig onderwerp, want iedereen heeft andere opvattingen wanneer en hoe (en hoeveel ervan) aan kinderen kan worden uitgelegd. Er zijn levensovertuigingen die buitengewoon open en zonder schaamte tot in de kleinste details alles bespreken met hun kroost.
Heb je wel eens het gevoel dat de hele wereld je tegenwerkt? Je bent van alles op onverklaarbare wijze kwijt, batterijen die net nog vol waren zijn ineens leeg, je band is (alweer!) lek, er zit een gat in je mooie nieuwe broek en vannacht had je weer die hele enge nachtmerrie….
Dat is dus allemaal het werk van de dwarsliggers, een piepklein volkje van vervelende pestkoppen die het iedereen zo moeilijk mogelijk proberen te maken, en daar zijn ze maar wat goed in!
Er is een lange traditie van kleine mensachtigen die het beste met mensen voor hebben, denk maar eens aan Pinkeltje, de Gorgels of de traditionele (bos)kabouters. Dat gaat echter absoluut niet op voor de dwarsliggers, een volkje dat zo familie had kunnen zijn van de gemene Gremlins van Roald Dahl of de mythische Aardmannetjes die het onze voorouders al moeilijk maakten in de Middeleeuwen en daarvoor.
Julius Muis is het liefst alleen. Hij ontloopt eigenlijk al zijn mede-bosbewoners, vaak uit noodzaak, maar bijna even vaak omdat hij ze maar vervelend vindt. Tot hij ineens onverwacht bezoek krijgt en dat blijkt toch leuker dan hij op het eerste gezicht had verwacht.
Het verhaal van een zelfredzame muis die zijn eigen gang gaat, maar in een onverwachte bezoeker een nog minder verwachte vriend vindt.
Het tweede boek dat wij recenseren van Joe Todd-Stanton is misschien nog wel mooier dan het eerste, ‘Het geheim van de Zwarte Rots, wat toch ook al een prachtboek was. Net als het vorige boek heeft deze ook weer een hele fijne stevige omslag en mooi dik papier, wat meteen het gevoel van hoge kwaliteit geeft.
Computers zijn alomtegenwoordig, heb je er niet eentje in je zak zitten, dan wel om je pols of zit je in een vervoersmiddel dat grotendeels wordt bestuurd door computers. Sterker nog, dit artikel lees je hoogstwaarschijnlijk ook op een computer, als je hem tenminste niet hebt uitgeprint (met behulp van een computer).
Het programmeren van computers is dan ook een bijzonder handige vaardigheid om te hebben tegenwoordig, iets waar je eigenlijk niet vroeg genoeg mee kunt beginnen!
Dat komt goed uit, want met dit boek kan zelfs de grootste computerleek toch zijn kinderen aan de hand nemen in de wondere wereld van het programmeren en zelf spelletjes en andere leuke en handige programmaatjes leren schrijven.
Dat Astrid Lindgren niet alleen verhalen kan schrijven over ondeugende buitenbeentjes als Pippi Langkous, Emiel van de Hazelhoeve of Karlsson van het dak, heeft ze bijzonder indrukwekkend bewezen met dit prachtige en razend imponerende avontuur over twee moedige broers.
Een boek dat erg droevig begint en langzaam maar zeker naar een ongelooflijk spannend hoogtepunt werkt, galmt ongetwijfeld nog lang na in de hoofden van allen die het hebben gelezen.
Ik denk niet dat er veel mensen zijn die het niet met mee eens zijn als ik zeg dat dit een van de mooiste kinderboeken is, dat er ooit is geschreven. Ploegsma brengt dit buitengewoon indrukwekkende verhaal ook nog uit in een prachtige uitgave die perfect recht doet aan de schoonheid van deze internationale klassieker.
Pip en Ei groeien samen op en zijn de beste vrienden, maar ondanks dat ze even groot zijn en erg op elkaar lijken, zijn ze zeer verschillend!
Dat zulke grote verschillen echter geen probleem hoeven te zijn voor een innige en langdurende vriendschap laten deze twee kleine hartsvrienden in dit schitterende prentenboek zien.
Een licht bizar en vooral enorm kleurrijk avontuur van een zaadje en een vogelei die vrienden worden, levert een heerlijk feel-good prentenboek op waarin verschillen probleemloos worden overwonnen en geduld rijkelijk beloond wordt.
Wanneer je op de basisschool zit (en daarna op de middelbare school) moet je een schrikbarende hoeveelheid geometrie, algebra, kansberekening en allerlei andere esoterische vormen van wiskunde jezelf eigen maken. En net als de meeste mensen heb je je vast wel eens afgevraagd waar dat toch allemaal goed voor is.
Speciaal voor die mensen wordt in dit boek het nut, maar ook de schoonheid, de geschiedenis en de bijzonderste en meest praktische zaken rondom de koningin van de wetenschappen overzichtelijk en duidelijk uit de doeken gedaan.
Dus of je nou de omtrek van de aarde of de hoogte van een kerktoren wilt bepalen, een spelshow wilt winnen, de kortste route naar huis wilt berekenen of het geheimschrift van je broertje wilt kraken, wiskunde is je vriend en dat wordt in dit boek bijzonder efficiënt duidelijk gemaakt.
Wanneer je als tweeling in het weeshuis te horen krijgt dat je eigenlijk van een oude adellijke familie afstamt, spring je natuurlijk een gat in de lucht en pak je meteen je boeltje in.
Maar dit is niet zomaar een familie, want het familie motto ‘Stapelgek maar niet gevaarlijk’ blijkt al snel op waarheid te berusten en dat luidt dan ook een knotsgek en levensgevaarlijk avontuur in.
Deze mooie heruitgave van dit al in 1996 verschenen boek van Mark Tijsmans, vooral bekend van zijn populaire serie Wiet Waterlanders en zijn scripts voor de Vlaamse politieserie Flikken, doet de auteur hopelijk ook eens goed doorbreken in Nederland.