Computers zijn alomtegenwoordig, heb je er niet eentje in je zak zitten, dan wel om je pols of zit je in een vervoersmiddel dat grotendeels wordt bestuurd door computers. Sterker nog, dit artikel lees je hoogstwaarschijnlijk ook op een computer, als je hem tenminste niet hebt uitgeprint (met behulp van een computer).
Het programmeren van computers is dan ook een bijzonder handige vaardigheid om te hebben tegenwoordig, iets waar je eigenlijk niet vroeg genoeg mee kunt beginnen!
Dat komt goed uit, want met dit boek kan zelfs de grootste computerleek toch zijn kinderen aan de hand nemen in de wondere wereld van het programmeren en zelf spelletjes en andere leuke en handige programmaatjes leren schrijven.
Mensen denken maar dat ze alles weten over kabouters, over hun gewoontes, eigenschappen en eigenaardigheden. Dat is alleen helemaal niet zo, maar gelukkig brengt dit prachtige nieuwe boek daar per direct verandering in.
In ‘Het Kabouterboek’ van Loes Riphagen worden we aan de hand genomen door een kabouterkind en maken we een prachtige reis door het leven van Kik. Kik woont met haar familie onder een trap in een herenhuis, gaat op de rug van een reiger naar school en dol is op knutselen en mooie dingen verzamelen.
Loes Riphagen wilde dit boek al heel lang maken, en nu is het er dan eindelijk, tot grote vreugde van de auteur zelf, maar zeker ook die van alle kinderen in Nederland en België. Dit is namelijk een heel mooi en buitengewoon liefdevol gemaakt boek geworden, wat heel veel mensen zal aanspreken.
Er is een misdaad gepleegd in de bibliotheek en de bibliothecaris wordt ernstig verdacht. Lev z’n vader vertrouwt het niet en wil dat Lev hem helpt om de onschuld van bibliothecaris Sjaak te bewijzen. Maar Lev heeft wel wat anders aan zijn hoofd!
Wanneer ineens zijn vader in het verdachtenbankje zit, moet hij toch aan de slag, en dat is dan meteen ook de eerste zaak van het fonkelnieuwe Bureau S.P.E.U.R.N.E.U.S. & zo.
Het eerste boek dat we hier recenseren van Jozua Douglas, een auteur waar we de afgelopen jaren heel veel populaire en leuke boeken van hebben gezien, zoals de heerlijk maffe Costa Banana serie. Korte hoofdstukken, veel grappen en nog meer spannende actie en zo nu en dan wat goeie onverwachte wendingen. Jozua Douglas weet wel wat jonge lezers leuk en spannend vinden.
Koken kun je niet vroeg genoeg leren en gelukkig zijn er dan ook voldoende kookboeken die zich op kinderen richten. Helaas zijn de gerechten daarin vaak niet al te origineel, daar kun je dit boek echter niet van beschuldigen.
Honderdtwintig pagina’s vol met de meest uiteenlopende gerechten, voorzien van heldere uitleg en duidelijk geïllustreerde stappen.
Een beetje kookboek is lekker dik, dus vol met recepten en mooie foto’s van de gerechten om likkebaardend alvast te genieten voor je nog maar een enkele pan op het vuur hebt gezet. Zo ook dit kookboek, dat weliswaar kinderen als doelgroep heeft, maar niks voor andere kookboeken onder doet in ambitie.